Een gekke stad

Gerrit Komrij heeft een gedicht geschreven over Utrecht. En dat gaat zo.

Gedicht zonder Dom

In Utrecht zit een gekke stad verborgen
Die er niet uit wil. Soms verraadt ze iets,
Gewoon maar op een doordeweekse morgen
Of in een lichtval. Meestal is er niets.

Het sleutelwoord is grijs. Het zonlicht staakt.
De nevel danst door kelders, steeg en nis
En straten waar het altijd zondag is.
Een knooppunt, lelijk in de knoop geraakt.

De stank en dat verdomde carrilion!
Maar soms ontsnapt er lucht uit de ballon
En wordt de stad een stad om lief te hebben.

Steenklomp krijgt kleur. Het net van spinnenwebben
Wordt zelf een hersenspinsel. In de gracht
Drijft op een baar de prins die op me wacht

Gerrit Komrij

 

Vanuit mijn kantoor – hemelsbreed naar het oude stadshart nog geen duizend meter – kijk ik uit over de stad. En zonder te liegen kan ik zeggen dat ik vanaf mijn bureaustoel de Dom kan zien.