Hartstikke leuk hoor, dat Tsaar Peterhuisje in Zaandam

Ik wou een grappig bedoeld, semi-kritisch stukje schrijven over het Tsaar Peterhuisje in Zaandam. Maar bij nader inzien doe ik dat toch maar niet. Je mag in Rusland al niet meer vertellen wat er zich heeft afgespeeld vóór de heldhaftige strijd om Stalingrad en nu mag je ook al niet meer vloeken. Ver van mijn bed, zou je denken, maar achteraf bekeken vond ik dat die Russische toegangskaartjesverkoper in het huisje mij wel erg indringend stond aan te kijken. Die jonge Slavische meiden die zich buiten voor het huisje verzamelden, hebben inmiddels al talloze foto’s van mij gemaakt en via de zendmast naast het gebouw zijn al mijn gegevens al lang naar Moskou verstuurd.

Nee, wil je iets weten van ’s mans wederwaardigheden op politiek gebied of zijn omgang met zijn familie, dan zoek je dat maar lekker zelf op. By the way, Zaandam e.o. is best de moeite van een bezoekje waard. Klik voor vergrotingen.

Genetische portretten door Ulric Collette

Een vreemd portret, vind je niet? ’s Mans mond staat een beetje scheef, zijn ogen hebben verschillende afmetingen en zijn linker wenkbrauw (voor de kijker rechts) is wat voller. Het betreft hier dan ook niet één portret maar een combinatie van een vader en diens zoon. De een is 56, de ander 29.

Canada-based photographer and graphic designer Ulric Collette came up with probably the coolest family photo shoot idea ever.

While doing “an image a day” type of project Urlic tried to age his son in Photoshop an accidentally ended up creating his first genetic portrait (the first picture on our list). It was made by splicing together photographs of himself and his son.

Urlic calls his on-going series ‘Genetic Portraits’ and sees a lot of potential and other ideas related to genetics. Interestingly enough, the new combined faces of relatives look quite normal or at least are not far from it.

However, the best part is that you can try it yourself! In case your face doesn’t match with your family members, you might also consider experimenting with your neighbors.

Op Boredpanda.com staan nog meer foto’s die Collette op deze manier heeft gemaakt. En er zitten toffe platen bij!

Dubbel pret?

De afgelopen dagen schreef ik over oude camera’s en haperende transportmechanismes die leidden tot onbedoeld dubbel belichte foto’s.

Onlangs heb ik een Panasonic DMC-LX5 aangeschaft (de derde camera van rechts) en daarop zit een mogelijkheid om dubbelopnamen te maken. Een haperend transportmechanisme faken dus. Natuurlijk heb ik van die gelegenheid gebruikgemaakt om eens nostalgisch mis te kleunen.

Ik kan je vertellen, er is geen reet aan. Het verrassingselement – hét ingrediënt voor een baaldag als je de afdrukken bij de fotozaak ophaalde – ontbreekt namelijk. Je moet in een menu de keuze voor dubbele opnamen selecteren, daarna een foto schieten en die bevestigen om vervolgens een volgende foto te maken die dan over de eerste heengelegd wordt.

Je kijkt een beetje om je heen op zoek naar een ludieke dubbelopname en dan is de lol er al vanaf. Ik schreef eerder dat je achteraf wel kunt gaan vergoelijken waarom een misser toch kunstzinnig is, maar om dat vooraf al te doen… dat is een beetje te hoog gegrepen voor Cornutus.

Omdat ik toch een paar pogingen heb gewaagd, kan ik ze hier net zo goed laten zien.

Een haperend transportmechanisme

Gisteren schreef ik dat het vroeger absoluut geen zin had om met je telefoon een foto te willen maken. Geen hond die er aan dacht trouwens. Daarvoor had je speciale apparaten die boordevol schroefjes, knopjes en tandwieltjes zaten…

Foto: Todd McLellan

…en die de foto’s niet op een chip vastlegden, maar op een film, een rol celluloid dat behandeld was met lichtgevoelig spul.

Enfin het voert allemaal veel te ver om dat uit te leggen, kijk maar eens bij je opa op zolder, daar ligt vast nog wel zo’n camera met een rolletje erin.(Als je er een vindt, google dan effe, want sommige zijn echt goud waard. ’t Is maar dat je het weet!)

Na iedere foto transporteerde je de film naar een nieuwe positie zodat er weer een onbelicht stuk film achter de sluiter zat. Dat ging honderd keer goed, duizend keer, tienduizend keer, misschien zelfs wel een miljoen keer, afhankelijk van de kwaliteit van de camera.

Met zo’n mechanische camera met film was je zeker van twee dingen. Ten eerste zou minstens één keer in je leven dat precisiemechanisme haperen en zou wel fijn de sluiter gespannen worden voor de volgende opname, maar zou de film weigeren ook maar een millimeter op te schuiven. Ten tweede zou dat op een moment  gebeuren dat er je ab-so-luut niet op zat te wachten.

Een hapering leidde tot dubbelbelichte negatieven en een fotomoment (of nog een) dat daarmee waardeloos was geworden. Daar kwam je overigens pas weken na dato achter, als je je mapje met afdrukken ophaalde bij de vakhandel. Balen natuurlijk!

Maar zoals dat gaat met ons mensen, zocht je ook dan nog een manier om over je teleurstelling heen te komen. Als je lang genoeg naar zo’n foto keek, werd-ie vanzelf kunstzinnig. Althans, dat ging je geloven. Maar je hield je zelf natuurlijk gewoon voor de gek. Het hoofd van je zus zwevend boven de zee lijkt leuk, maar is het niet.

Met de digitale camera’s van tegenwoordig heb je geen rolletjes meer en geen transportmechanismes die kunnen haperen. Dus ook nooit meer van dat soort onbedoeld creatieve foto’s? Dat had je gedacht.

Overmorgen verder…

Oost-Europese zalm

De jeugd van tegenwoordig kan het zich waarschijnlijk nauwelijks voorstellen, maar er is een tijd geweest dat je meer nodig had dan een telefoon om een foto te maken. Dat apparaat zat namelijk met een snoer vast aan de muur wat de bewegingsvrijheid ernstig beperkte. En zelfs als het snoer lang genoeg was geweest schoot je nog niets op, want opnamechips bestonden helemaal nog niet, vroeger.

Wilde je een foto maken, dan diende je een apart fototoestel aan te schaffen of er een te lenen van je oudere broer of je oom. Had je de smaak eenmaal te pakken, dan wilde je dolgraag een eigen toestel, het liefst een spiegelreflexcamera. Zonder uitzondering wenste je je een fijne Nikon of een Canon, desnoods een Pentax of een Minolta.

Het probleem van die begeerde camera’s was dat ze stervensduur waren. Vele, vele honderden guldens, en dat in een tijd waarin die gulden nog 2,2 euro waard was!

Nadat je een jaar gespaard had en dagelijks watertandend naar de Nikon- en Canonadvertenties had gekeken, drong langzaam de realiteit tot je door: meer dan een Praktica van tweehonderd gulden zat er niet in, het neusje van de Oost-Europese zalm en van navenante belazerde kwaliteit.

Praktica’s waren camera’s van een spuuglelijk ontwerp, de opklappende spiegel en de sluiter maakten een geweldig lawaai en de lenzen schroefde je op de body, waar Nikon en Canon een geavanceerde bajonet toepasten. Je schaamde je ogen uit je hoofd, maar je was gelukkig niet alleen.

Want ondanks al die tekortkomingen deden die dingen heus wel waar ze voor bedoeld waren: foto’s maken. Zonder uitzondering is iedere fotograaf begonnen met een Praktica. Of beweert hij dat nu althans, want Praktica is camp.

Morgen verder…

Een modern Openbaar Ministerie

Een tijdje geleden berekende ik dat we, als de trend doorzet, eind 2010 bijna 24 miljard digitale camera’s in Nederland hebben (of preciezer: 23.727.920.920). Laat ik er een miljard of twee, drie naast zitten, feit blijft dat de ene na de andere camerafabrikant al jaren geleden gestopt is met het produceren van kleinbeeldcamera’s. Alleen de allergrootste merken houden nog een belachelijk duur topmodel in hun gamma.

Ook de fabrikanten van filmpjes hebben hun productie al tijden teruggeschroefd, zoals onlangs nog Kodak met de Kodachrome, je weet wel, van dat liedje. Je zou dus denken dat je, wanneer je gemiddeld geïnteresseerd bent in de wereld om je heen en in de samenleving in het bijzonder, dus alert bent op ontwikkelingen. Maar nee hoor.

Neem nu het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie is volgens zijn eigen site “…de enige instantie in Nederland die verdachten voor de strafrechter kan brengen. Het OM zorgt ervoor dat strafbare feiten worden opgespoord en vervolgd.” Juist van zo’n instantie zou je verwachten dat die midden in de samenleving en de werkelijkheid staat.

Maar nee hoor, van een woordvoerder van het Team Verkeer van het Openbaar Ministerie kwam onlangs deze quote: ‘Digitale flitspaal heeft de toekomst’. Van de veertienhonderd flitspalen die er in Nederland staan, zijn er nog altijd meer dan twaalfhonderd uitgerust met een filmpje.

Volgens de woordvoerder moet bij een ‘analoge overtreding’ eerst het filmrolletje nog verwerkt worden, kunnen er volgens hem bovendien eerder technische storingen optreden en kan het filmrolletje vol zijn waardoor er minder overtredingen worden geflitst. Hij voorziet dat er over een aantal jaren alleen maar nog digitale flitspalen zijn. Wat een ziener!

Terwijl heel Nederland al rond de eeuwwisseling zijn kleinbeeldcamera’s in de kliko heeft gegooid, denkt het OM dat de digitale flitspaal de toekomst heeft. Dat mag ik denken ja!

Nou, is dat geen interessant bericht?

Het einde van een film

Ergens in 1999 kocht ik mijn eerste digitale camera. Het was er een met 1.5 megapixels en ik moet zeggen dat ik het best geinig vond om mijn foto’s op televisie of de computer te bekijken. Een leuk hebbeding, dat eenzelfde toekomst beschoren zou zijn als de Polaroidcamera: leuk om erbij te hebben, op feestjes of bij toeristische plekken, maar de kwaliteit zou het nooit halen bij de negatieven en de diafilms en de kleinbeeldcamera zou nog lang en gelukkig leven. Dacht ik.

Nu ja, iedereen weet inmiddels dat ik er flink naast zat. De digitale fotografie heeft in ruim tien jaar tijd de kleinbeeldfotografie vrijwel volledig verdrongen. Een paar grote camerafabrikanten hebben nog wel een kleinbeeldcamera in hun assortiment, maar die zijn slechts bedoeld voor de enkele beroepsfotograaf die echt niet zonder film kan en kosten dan ook een vermogen.

En nu is er weer een icoon uit de fotowereld gesneuveld: de Kodachrome diafilm. Kodak was al gestopt met de productie van deze diafilm en eergisteren, 30 december 2010, stopte de laatste fabriek die deze film nog ontwikkelde met de verwerking ervan. De film stond bekend om zijn lange houdbaarheid en briljante kleuren, reden waarom de fotografen van de National Geographic Society lange tijd verplicht waren om Kodachrome te gebruiken. Als je foto van Steve Curry van een Afghaans meisje bekijkt, of deze diashow op de site van Kodak dan begrijp je waarom.

En dat die film al heel lang bekend staat als een van de beste bewees Paul Simon in 1973 met zijn nummer Kodachrome.

When I look back on all the crap I learned in High School
It’s a wonder I can think at all
And though my lack of education hasn’t hurt me none
I can read the writing on the wall

Kodachrome
They give us the nice bright colors
They give us the greens of summers
Makes you think all the worlds a sunny day, oh yeah

I got a Nikon camera
I love to take photographs
So mama, don’t take my Kodachrome away

If you took all the girls I knew when I was single
Brought them all together for one night
I know they’d never match my sweet imagination
And everything looks worse in black and white

Kodachrome
They give us the nice bright colors
They give us the greens of summers
Makes you think all the worlds a sunny day, oh yeah

I got a Nikon camera
I love to take photographs
So mama, don’t take my Kodachrome away

Mama, don’t take my kodachrome away
Mama, don’t take my kodachrome away
Mama, don’t take my kodachrome away

Mama, don’t take my kodachrome
Mama, don’t take my kodachrome
Mama, don’t take my kodachrome away

Mama, don’t take my kodachrome
Leave your boy so far from home
Mama, don’t take my kodachrome away

Mama, don’t take my kodachrome
Mmmmmmmmm
Mama, don’t take my kodachrome away

Levend juweeltje: Chrysina resplendens

Chrysina resplendens, 2.5 cm.

Poul Beckmann presenteert verbazingwekkende close-up studiofoto’s van een van de meest gevarieerde en prachtige dierenfamilies op aarde: de kevers. Hij heeft een boek samengesteld ‘Living Jewels’ en de meeste foto’s zijn ook te vinden op deze site.

De reiger

De blauwe reiger (Ardea cinerea) is in Nederland en België het bekendste en meest voorkomende lid van de reigerfamilie. De vogelsoort komt voor in de gematigde streken van Europa en Azië.

Op z’n lange poten stapt hij voorzichtig door ondiepe plekken van stadssingels en poldersloten en door weilanden; hij wordt vliegend gezien langs grachten en bij meren; zijn broedkolonies bevinden zich midden in de stad in hoge bomen of juist in volstrekt afgelegen bospercelen.

De blauwe reiger is ook regelmatig een (veelal ongenode) gast aan de rand van tuinvijvertjes waarin goudvissen rondzwemmen. In strenge winters hebben de blauwe reigers het zichtbaar moeilijk. Een blauwe reiger wordt gemiddeld 25 jaar oud.

(Bron: Wikipedia)

Ik kan daar nog aan toe voegen dat reigers het ook prettig vinden om – net als een echte vogel – ook een keer op een tak te zitten.

Reiger in boom